Wat een goed leven is, is voor ieder mens anders. Dat hangt af van wat je nodig hebt om je lekker in je vel te voelen. Of je een goed leven ervaart heeft ook te maken met je prikkelbalans. En natuurlijk met hoe je leven er uitziet. Hoe gelukkig ben je met de dingen die je doet, met wie je samen bent, met je gezondheid? Je prikkelgevoeligheid heeft invloed op hoe je je leven op deze punten ervaart.

kenmerken van een goed leven

In het kort: in dit artikel beschrijven we wat we bedoelen met een goed leven aan de hand van de domeinen die Schalock onderscheidt voor kwaliteit van bestaan. We vatten deze samen in drie onderdelen en beschrijven die aan de hand van de ervaringskennis die is opgedaan in het onderzoeksproject De Sensatie van een Goed Leven.

wat een goed leven kenmerkt

We onderscheiden in dit artikel drie onderdelen van een goed leven. Deze zijn gebaseerd op de acht domeinen van kwaliteit van bestaan volgens Schalock.

Of je een goed leven hebt en lekker in je vel zit heeft vaak te maken met hoe je je leven ervaart op de volgende drie onderdelen:

  1. zelf bepalen wat je doet
  2. contacten met anderen
  3. hoe je je voelt (gezondheid en welbevinden)

Een optimale prikkelbalans is belangrijk om ‘een goed leven’ te kunnen ervaren op deze drie onderdelen. Voor mensen met autisme en een verstandelijke beperking staan hun beperkingen en een andere prikkelverwerking ‘een goed leven’ nog te vaak in de weg.

De domeinen van kwaliteit van bestaan volgens Schalock worden in de verstandelijk gehandicaptenzorg veel gebruikt als visie op wat belangrijk is voor een goed leven voor cliënten.

drie onderdelen van een goed leven:

Hiermee bedoelen we de Schalock-domeinen ‘persoonlijke ontwikkeling’ en ‘zelfbepaling’. Voor ieder mens is het belangrijk dat je het gevoel hebt dat je jezelf mag zijn, dat het leven ‘een passende jas’ is. Dit geldt ook voor mensen met autisme en een verstandelijke beperking. Iedereen vindt het fijn om eigen keuzes te mogen maken in het leven. Dit kan gaan over bepalen wat je op je brood smeert en wat je aantrekt tot waar je naar school gaat of gaat werken. Iedereen verdient het om gezien en gewaardeerd te worden.

Daarbij ontwikkelen we ons allemaal gedurende het leven. Dat geldt ook voor mensen met autisme en een verstandelijke beperking. Het is van belang om aan te sluiten bij die ontwikkeling, en deze te stimuleren. Kijk daarbij naar wat iemand goed kan en wat er goed gaat, en benut die mogelijkheden als kansen voor nieuwe ontwikkelstappen. Zodat ook zij zoveel mogelijk zelf mee kunnen bepalen wat er in hun leven gebeurt.

Hiermee bedoelen we de Schalock-domeinen ‘interpersoonlijke relaties’, ‘sociale inclusie’ en ‘rechten’. Ieder mens heeft behoefte aan een goede relatie met de mensen om hen heen, zoals ouders, broers en zussen, leraren, begeleiders en leeftijdgenoten. Het contact met de ander is een stimulans om jezelf te ontwikkelen.

De behoefte aan nabijheid en contact verschilt sterk tussen mensen met autisme. Voor sommigen kunnen we door nabijheid en contact te bieden zorgen voor duidelijkheid en structuur in de dag. Voor een ander helpt het om eenzaamheid te voorkomen. Soms zegt iemand ‘Ik wil het niet’. Dit kan ook betekenen: ‘Ik wil het wel, maar het lukt me niet.’ Vanuit een veilige woonomgeving met goede begeleiding kunnen zij op hun eigen niveau zoveel als mogelijk deelnemen aan die samenleving.

Hiermee bedoelen we de Schalock-domeinen emotioneel welbevinden, fysiek welbevinden en materieel welbevinden. Zo min mogelijk stress helpt om een zo gezond en prettig mogelijk leven te ervaren. We voelen ons dan op ons best. Ook voldoende aandacht voor de lichamelijke gezondheid en een veilige woon- en werkomgeving zijn hierbij belangrijk.

Begeleiding van mensen met autisme en een verstandelijke beperking is erop gericht om de gezondheid en welbevinden van degene die je begeleidt of lesgeeft zo optimaal mogelijk houden. Zodat die persoon zo min mogelijk van streek raakt, school of dagbesteding goed kan doen en zich vermaakt in zijn of haar vrije tijd.

Belangrijk voor het ervaren van een ‘goed leven’ is dat er ruimte is voor alle emoties. Het hoort bij een ‘goed leven’ om naast een gevoel van comfort en geluk ook af en toe boos en ongelukkig te mogen zijn. Ook mensen met autisme en een verstandelijke beperking moeten deze emoties voluit kunnen leven. Verbazing, woede, verdriet: het zijn emoties die we allemaal wel eens ervaren. In elk leven moet ook ruimte zijn voor emoties als verbazing, woede en verdriet. Het leven is niet altijd een feestje. Een mindere dag is niet erg. De uitdaging is om op dat moment de balans te vinden tussen handelen en loslaten.

over prikkelbalans en een goed leven

Hoe je dagelijkse prikkels zoals smaken, geuren, geluiden en beelden opvangt en verwerkt heeft invloed op hoe je je leven ervaart. Met name je mate van prikkelgevoeligheid speelt hierbij een rol.

Als je bijvoorbeeld snel overspoeld raakt door prikkels (overprikkeling), of je juist te weinig uitgedaagd voelt (onderprikkeling), dan verlopen contacten met anderen moeizamer.

Je bent dan onvoldoende alert (slaperig, apathisch) of juist extreem alert (hyper, in ‘overlevingsstand’). Daardoor voel je je niet fijn en heb je je eigen gedrag en reacties minder onder controle. Communiceren wordt dan lastiger omdat je minder goed duidelijk kunt maken wat je wilt. Dit maakt leren en reageren moeilijk. Een andere prikkelgevoeligheid kan zo de kwaliteit van je leven beperken.

“gedurende de dag stapelen prikkels zich op.

In de verschillende ervaringsverhalen op sensonate.nl lees je hoe overprikkeling of onderprikkeling iemands leven kunnen beïnvloeden. Hierbij vind je ook tips om daarmee om te gaan.