De tips in dit artikel kunnen helpen om meer prikkelbalans te ervaren op het zintuig smaak. Het gaat hierbij om het ontdekken en stimuleren van fijne smaakprikkels en het leren omgaan met minder prettige prikkels.

tips voor het variëren met smaakprikkels

In het kort: de tips in dit artikel zijn verzameld in het onderzoeksnetwerk De Sensatie van een Goed Leven.

hoe werkt het zintuig smaak?

Alles wat we in onze mond stoppen, proeven we met ons zintuig ‘smaak’. We kunnen vijf soorten smaken onderscheiden: zoet, zuur, bitter, zout en umami (hartig). De smaaksensoren liggen verspreid over de hele tong. Smaak en geur hangen sterk met elkaar samen . Als we bijvoorbeeld verkouden zijn, proeven we ons eten minder goed. Smaak heeft ook een relatie met de tast en  met geluid. We voelen of ons eten knapperig is of smeuïg. Daar reageren onze bewegingssensoren vervolgens weer op door harder of zachter te kauwen. En dat geeft weer geluidsprikkels die prettig of juist niet prettig kunnen zijn.

signalen van prikkelgevoeligheid voor smaakprikkels

Signalen van overgevoeligheid voor smaak zijn bijvoorbeeld: beperkte variatie in voedsel, voorkeur voor zachte smaken en kokhalzen bij bepaalde smaken.

Signalen van ondergevoeligheid voor smaak zijn bijvoorbeeld: voorkeur voor sterke smaken zoals sambal of oneetbare dingen eten.

Problemen met het verwerken van smaakprikkels kunnen soms een oorzaak zijn van de eetproblemen die regelmatig voorkomen bij mensen met autisme en een verstandelijke beperking. Maar het kan ook zo zijn dat deze eetproblemen andere oorzaken hebben. Er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen dat deze doelgroep ook vaak te maken krijgt met somatische problemen, zoals slikklachten. Ook komt het geregeld voor dat het spijsverteringssysteem niet optimaal functioneert. Al deze factoren kunnen meewegen bij eetproblemen. Een diëtist die gespecialiseerd is in deze doelgroep kan helpen om deze problemen mee te analyseren en hierover adviseren.

tips om samen nieuwe smaken te verkennen:

Je kunt zelf proberen om samen te ontdekken wat prettig is. SI-specialiste Myriam Ankone (Cosis) noemt de volgende variaties in smaakprikkels die je zou kunnen uittesten. LET Op: zet deze variaties niet allemaal tegelijk in, en lees eerst deze tips om te observeren en samen te ontdekken.

– actie: blazen, drinken, kauwen, likken, bijten, zuigen, knarsen

– smaak:  neutraal, zoet, zuur, bitter, zout, scherp

– temperatuur: warm, lauw, koud, ijskoud

– kwaliteit/samenstelling van het materiaal: glad, zacht, glibberig, hard, plakkerig, brokkelig, gemengd

– verschillende materialen: fluitjes, toetertjes, rietjes, flesje water, snoep, rubber kauwslangetje, fruit, crackers, popcorn, kauwgom, milkshake, harde snoepjes, stukjes ijs, kauwen op een pen, sabbelen op een nat washandje, augurk, uitjes, chips, krokante muesli, krenten, rozijnen, bellen blazen, citroen, wortels, (ijs)lolly, komkommer, zoethout

[nog informatie toevoegen uit werkgroep autisme en vb van de nva].